Wettelijke verdeling

Als de overledene een echtgenoot en één of meer kinderen achterlaat, wordt de nalatenschap volgens de wet zo verdeeld dat de echtgenoot alle goederen van de nalatenschap krijgt en de voldoening van de schulden voor zijn rekening moet nemen (langstlevende echtgenoot krijgt alles). De kinderen krijgen een geldvordering op de langstlevende echtgenoot, die pas opeisbaar is als deze overlijdt. De erflater kan echter  in een testament bepalen dat deze wettelijke verdeling niet geldt. Dan geldt de andere regeling die de erflater in zijn testament opnam.
Als de wettelijke verdeling wel geldt, maar de langst- levende echtgenoot wil dat niet, kan deze de   wettelijke verdeling binnen drie maanden na het   overlijden ongedaan maken. Dan moeten de erfgenamen (echtgenoot en kinderen) de erfenis meteen samen afwikkelen en verdelen, in plaats van dat de   kinderen op hun deel moeten wachten tot het   overlijden van de langstlevende ouder.