Wilsrechten

Als een kind door het overlijden van een ouder een geldvordering krijgt op de andere ouder of stiefouder die pas na overlijden van deze opeisbaar is, dan kan dat kind bij een nieuw huwelijk van zijn ouder of bij overlijden van zijn ouder of stiefouder verzoeken om goederen uit de nalatenschap van zijn (eerst of laatst overleden) ouder te krijgen, met een waarde van ten hoogste die geldvordering. Soms krijgt het kind de goederen niet echt in handen, omdat de (stief-)ouder het vruchtgebruik over de goederen mag behouden (art. 4: 19 t/m 22 BW).

Wettelijke verdeling

Als de overledene een echtgenoot en één of meer kinderen achterlaat, wordt de nalatenschap volgens de wet zo verdeeld dat de echtgenoot alle goederen van de nalatenschap krijgt en de voldoening van de schulden voor zijn rekening moet nemen (langstlevende echtgenoot krijgt alles). De kinderen krijgen een geldvordering op de langstlevende echtgenoot, die pas opeisbaar is als deze overlijdt. De erflater kan echter  in een testament bepalen dat deze wettelijke verdeling niet geldt. Dan geldt de andere regeling die de erflater in zijn testament opnam.
Als de wettelijke verdeling wel geldt, maar de langst- levende echtgenoot wil dat niet, kan deze de   wettelijke verdeling binnen drie maanden na het   overlijden ongedaan maken. Dan moeten de erfgenamen (echtgenoot en kinderen) de erfenis meteen samen afwikkelen en verdelen, in plaats van dat de   kinderen op hun deel moeten wachten tot het   overlijden van de langstlevende ouder.

(Andere) wettelijke rechten

Als de langstlevende echtgenoot niet verzorgd achterblijft bv. doordat hij/zij door de overleden echtgenoot onterfd was, dan wordt de langstlevende echtgenoot beschermd door:

– tijdelijk woonrecht (tot 6 maanden na overlijden);

vruchtgebruik op woning en inboedel;

– uitgebreider verzorgingsvruchtgebruik op andere goederen (art. 4: 29 en 30 BW). Kinderen die onvoldoende verzorgd achterblijven worden beschermd door de ‘sommen ineens’ waarop zij aanspraak kunnen maken voor de kosten van hun verzorging en opvoeding of levensonderhoud en studie. Een volwassen (klein-) kind kan na het overlijden van de (groot-)ouder aanspraak maken op ‘salaris’ achteraf, voor werk dat hij tijdens het leven van de overledene verrichte in diens huis of bedrijf, zonder dat het (klein-)kind daar destijds een passende beloning voor kreeg (art. 4: 35/36 BW).
Een (stief-)kind dat het bedrijf van de overledene voortzet, kan verzoeken tegen een redelijke prijs goederen uit de onderneming te mogen overnemen, om de onderneming te kunnen voortzetten. De erflater kan niet bij testament afwijken van deze ‘andere wettelijke rechten’.

Vruchtgebruik legaat

Als iemand niet de hele eigendom maar alleen het vruchtgebruik van een bepaald goed of van de hele nalatenschap als legaat aan iemand toekent, vaak aan de echtgenoot. Bv. “Ik legateer aan mijn echtgenote het vruchtgebruik van mijn gehele nalatenschap.”

Vruchtgebruik

Het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten (art. 3:201 BW). Bij vruchtgebruik van een woning, kunnen de vruchten bv. zijn de huur die de vruchtgebruiker ontvangt, omdat hij/zij een kamer in de woning verhuurt.

Volmacht

Als door de erflater bij testament geen executeur is benoemd, dan geven de erfgenamen vaak een volmacht aan één van hen om de nalatenschap namens hen te beheren (bv. om rekeningen te betalen of belastingaangifte te doen).

Verwerpen

Als u bent aangewezen als erfgenaam maar u wilt de erfenis niet, dan kunt u deze verwerpen door dit te verklaren bij de griffie van de rechtbank van het arrondissement waarin de overledene is gestorven. U wordt dan geen erfgenaam, krijgt niets, maar bent ook niet aansprakelijk voor schulden van de nalatenschap. Een kind dat de nalatenschap van zijn  ouder verwerpt, houdt wel recht op zijn legitieme portie (een geldbedrag dat doorgaans een stuk minder is dan het erfdeel dat verworpen is).

Vervreemdingsbevoegdheid

Als iemand iets in vruchtgebruik heeft en bevoegd is dit te vervreemden. Bv. bij vruchtgebruik van een woning betekent vervreemdingsbevoegdheid dat de vruchtgebruiker de woning mag verkopen.

Verteringsbevoegdheid

Als iemand iets in vruchtgebruik heeft en bevoegd is dit te verteren. Bv. bij vruchtgebruik van een bedrag op een bankrekening, betekent verteringsbevoegdheid dat de vruchtgebruiker het bedrag mag opmaken.

Versterferfrecht

Als iemand geen testament heeft gemaakt, dan wijst de wet de erfgenamen aan en bepaalt welke regels er rondom de erfenisgelden. Dat heet versterf erfrecht.